Kijktip: open een tweede scherm van de browser om video en beschrijving naast elkaar te zien.
Voor een uitgebreide uitleg over dit filmpje, zie J.E. Huizinga 1989, Omtada: in ’t Zandt 1889-1989, blz. 92 t/m 96. Hieruit blijkt ook dat bij het filmpje abusievelijk 18 mei 1926 als dorsdatum wordt vermeld. Dat is de datum dat Dirk Jan Van der Ven samen met Freerk Wiersum en Michiel Jans Toppinga het koolzaadveld bekijkt dat in juli gedorst gaat worden.
Vrijdag 23 juli 1926 reist documentairemaker Dirk Jan van der Ven met zijn camera naar ’t Zandt. De filmer is bezig met een serie over het Nederlandse volksleven in de oogsttijd. Op de Omtadaborg hebben zich de medewerkers aan de documentaire verzameld. We zien hen vanaf de boerderij naar het land trekken voor het traditionele plezairdörsen van koolzaad met paard en dorsblok. Het is de jaarlijkse toogdag van saamhorigheid: de boer nodigt familie, relaties, vrienden en buren uit om te helpen. Terwijl de mannen op het land bezig zijn bereiden de vrouwen op de Omtadaborg een maaltijd voor. In het laatste deel van de film zit iedereen aan lange tafels te eten en te drinken. Van de figuranten zijn de namen van Freerk Kiewiet, hopman (bedrijfsleider) op de Omtadaborg, Michiel Jans Toppinga, buurman en eigenaar van het koolzaadveld, de ‘inlegsters’ Danhof, Westerman en Brinkman, die het koolzaad hebben verzameld, mevrouw Kiewiet en de filmer zelf bewaard gebleven.
1: Demonstratie van dorsen met een dorsblok (of -rol) in het Openluchtmuseum bij Arnhem
Het plezair dörsen is op dat moment al bijna geheel verdwenen. Het wordt alleen nog toegepast als alle dorsmachines bezet zijn. Het 500-1.000 kg zware (volgens van der Ven) eiken, kegelvormige dorsblok (of dorsrol) in het filmpje draagt het jaartal 1730 en is later geschonken aan het Openluchtmuseum te Arnhem. Het is dus mogelijk dat het nog gebruikt wordt voor de jaarlijkse demonstratie in het Openluchtmuseum (afb. 1).
Interessant is dat Dirk Jan van der Ven, al dan niet terecht, linken legt met oude folkloristische vruchtbaarheidsgebruiken. Zo legt hij een verband tussen de magische ‘regentoover’ en het regelmatig drinken van Schiedamse jenever op het veld gecombineerd met het ‘vangen van de koolzaadhaas’. In het filmpje plukt een 15-jarige jongen die geholpen heeft bij het dorsen langs de waterkant een bundel gras en bloemen die hij ruwweg vormt in de vorm van een haas. Hij heeft daarmee de ‘vegetatiedemon gevangen’ die hij aanbiedt aan de eigenaar van het land. Deze neemt op deze symbolisch wijze weer bezit van de vruchtbaarheid van de akker. Tot slot rijdt de feestelijke stoet langs de brandende hooiberg en gaat aan de maaltijd. In het Oldambt werd voor deze maaltijd ook nog een ‘hamel (een ram) als traditioneel oogstofferdier geserveerd.
De handelingen in de film
00.00 Groninger boerenjoch tussen bloeiende koolzaadplanten
00.07 Jongens lopen achter schapen aan langs de rand van koolzaadveld
00.12 Boer Toppingga inspecteert met hopman Freerk Kiewiet koolzaadveld
00.20 Bloeiend koolzaadveld
00.23 Trekpaarden aan het voerhek krijgen extra voer
00.33 Wagens met het dorsvolk en gereedschappen rijden het erf af. Voorop de kleedwagen met het dorskleed, dan de blokwagen met het dorsblok tenslotte de zaadwagen met de lege zakken en jonge helpers
01.04 Het gereedschap wordt in snel tempo van de kleedwagen gelost
01.17 Het achterschot van de wagen wordt afgenomen en het zware dorskleed met vereende krachten van wegrijdende wagen getrokken
01.35 Dorsers leggen het meer dan 1000 m2 grote dorskleed uit over de legerstede, een vlak gemaakt stuk op de akker
02.21 Blokwagen komt aanrijden en stopt bij het kleed
02.29 De paarden worden uitgespannen waarna de mannen de rongenwagen kantelen, zodat het kegelvormige dorsblok (gewicht tot 1000 kg) op de grond valt. Dan wordt de wagen weer op de wielen gezet
02.41 Een vierkant houten raam wordt om en aan het blok in elkaar gezet
02.52 De voerman spant de wagen in voor het dorsblok dat vervolgens naar het dorskleed getrokken wordt
03.12 Dorsen van koolzaad met het achter de paarden voortrollende dorsblok
03.16 Vrouwen, jongens en mannen zoeken naar resterende koolzaadkorrels
03.23 Bijeenrapen van koolzaadbundels
03.26 De eerste bundels worden opgeriekt
03.31 Tweetal vrouwen vullen met vorken een draagzeil met bundels koolzaad
03.49 Dragers bevestigen draagkussentjes op hun draagschouder
04.00 Nemen dan het volle draagzeil op, dragen het naar het dorskleed waar het leeggekiept wordt. Opschudders formeren meteen de eerste leg
04.16 Voerman laat zijn paarden in een cirkel de dorsrol over het koolzaad trekken. Voor en na de pletrol schudden opschudders het koolzaad op zodat de zaadkorrels er uit vallen. Als er voldoende dors is leidt de voerman zijn paarden naar een ander stuk op het dorskleed om daar te pletten. Op de eerste plek wordt het koolzaad opnieuw geschud waarna opnieuw gedorst wordt. Dan verplaatsen de opschudders de gedorste struiken in snel tempo al opschuddend naar een grote hoop naast het kleed
05.54 Vrouw naait beschadigde plek in het kleed dicht
06.03 Freerk Kiewiet schenkt uit een tien liter jeneverkruik Jan Doedel (jenever met stroop) in een koperen koffieketel
06.10 Freerk Kiewiet biedt de auteur, heer D.J. van der Ven een borrel aan die hij echter zelf opdrinkt. Het 2e borreltje overhandigt hij aan de schrijver
06.30 De dragers, opleggers en schudders krijgen een borrel aangeboden waarbij een vrouw zich de drank goed laat smaken
06.46 Vier mannen nemen een draagzeil op en brengen het naar het dorskleed waar het leeggekiept wordt. Een onder de struiken verborgen jongen kruipt naar de landeigenaar en overhandigt hem een bundeltje groen en bloemen
07.26 Dorsers begeven zich weer naar het dorswerk waar ze eerst een borrel aangeboden krijgen
07.37 Terwijl twee gedienstigen (dienstmeiden) het bestek poetsen poseert vrouw Kiewiet met bord met ronde houten schijven voor de camera
07.59 Meisje verbrokkelt beschuit in bruine schotels en voegt een melkpap toe
08.14 Melk-en-twaibak, melk met beschuit in een schotel
08.21 Een diep bord geheel gevuld met een homp schenk (schenkelvlees, ham)
08.28 Vrouw Kiewiet snijdt plakken van een stuk ham af
08.45 Vervolgens ontdoet zij een klont van het linnen zakje
08.51 Met een in gesmolten boter gedoopt touwtje snijdt zij plakken af van de klont
09.04 Tafel met klonten en schalen
09.11 Dorsers schuiven het gedorste koolzaad op een hoop
09.17 Dorsers zetten een driepoot op waaraan zij een trapeziumvormige zeef hangen
09.27 Het koolzaad wordt op de zeef geschept waarmee door schudden het zaad uitgezeefd wordt, dat vervolgens in jutezakken geschept wordt, die, dichtgebonden, door twee man op zaadwagen geladen wordt
09.55 Dorsers trekken het dorskleed om, laten het in de wind bollen en leggen het weer neer om opgevouwen te worden
10.19 De drie wagens verlaten de akker langs de hoog oplaaiende vlammen van de in brand gestoken hoop koolzaadstruiken
10.54 Dorsmaal voor de werkers gezeten aan lange U-vormige tafels
11.04 Vrouw Kiewiet en de gedienstigen dragen schotels melk-en-twaibak aan, direct gevolgd door schalen klont
11.18 De gastvrouw vult een schoteltje met saus uit stroop-en-azijn waaraan gesmolten boter wordt toegevoegd
11.22 Eter doopt een stuk klont in de saus alvorens het op te eten
11.31 De gastvrouw en haar hulpen brengen meer melk-en-twaibak
11.34 Etende werkers, bijvullen van schoteltjes saus, close-ups van de etende vrouwen en mannen die eerst stukken in saus gedoopte klont en tussendoor pap verorberen
12.24 Het vuur van de brandende hoop koolzaadstruiken vermindert.
12.29 Einde.